SV | Als hij nog sprak, ziet, zo kwam Jonathan, de zoon van Abjathar, den priester; en Adonia zeide: Kom in, want gij zijt een kloek man, en zult het goede boodschappen. |
WLC | עֹודֶ֣נּוּ מְדַבֵּ֔ר וְהִנֵּ֧ה יֹונָתָ֛ן בֶּן־אֶבְיָתָ֥ר הַכֹּהֵ֖ן בָּ֑א וַיֹּ֤אמֶר אֲדֹנִיָּ֙הוּ֙ בֹּ֔א כִּ֣י אִ֥ישׁ חַ֛יִל אַ֖תָּה וְטֹ֥וב תְּבַשֵּֽׂר׃ |
Trans. | ‘wōḏennû məḏabēr wəhinnēh ywōnāṯān ben-’eḇəyāṯār hakōhēn bā’ wayyō’mer ’ăḏōnîyâû bō’ kî ’îš ḥayil ’atâ wəṭwōḇ təḇaśśēr: |
Als hij nog sprak, ziet, zo kwam Jonathan, de zoon van Abjathar, den priester; en Adonia zeide: Kom in, want gij zijt een kloek man, en zult het goede boodschappen.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Als hij nog sprak, ziet, zo kwam Jonathan, de zoon van Abjathar, den priester; en Adonia zeide: Kom in, want gij zijt een kloek man, en zult het goede boodschappen.
____Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!